Het is mogelijk om een HTTP bron als applicatie toe te voegen. Als je een HTTP applicatie toe wil voegen die nog niet voorgedefinieerd is (Nedap ONS, Mailchimp of Microsoft Graph) dan kan je deze volledig zelf definiëren. Kies bij het type applicatie voor ‘API’ om te beginnen met samenstellen.
...
Het eerste tabblad, "Applicatie toevoegen of bewerken (1)", bevat de basisinformatie van de applicatie. Hier kun je de naam, omschrijving en basis-URL met bijbehorende onderdelen invullen. Meer informatie over de basis onderdelen van een HTTP verzoek vindt je hier.
Bij het onderdeel ‘Basis verzoek’ dient de basis URL opgegeven te worden. Vaak is dit de URL zonder enige endpoints erachter. Bijvoorbeeld: Voor de Petstore (een test-API) zijn er twee uit te voeren verzoeken: GET
Info |
---|
Voorbeeld 1: Stel je geeft als basis URL het volgende op:
In de koppeling geef je vervolgens als pad
|
...
De totale URL (endpoint) die wordt aangeroepen is dan
|
...
|
Zorg er ook voor dat de andere onderdelen van het basisverzoek hier worden ingevuld. Denk hierbij aan statische toegangstokens, content type of gebruikerscertificaten. Door deze informatie hier vast te leggen, hoef je dit later niet op verschillende plaatsen opnieuw te doen.
...
Info |
---|
Heb je een statische token die aan elke call toegevoegd dient te worden, maar nooit verandert? Voeg deze dan toe als header aan de basis URL in plaats van gebruik te maken van een dynamische token. |
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
Binnen deze tab kan een toegangstoken worden samengesteld. Roep hiervoor de URL aan voor je token verzoek en voeg alle onderdelen toe die noodzakelijk zijn. Wanneer je dit gedaan hebt klik je op de knop ‘Test token verzoek’. Dit zorgt ervoor dat de request verzoek uitgevoerd wordt en je met behulp van de response de autorisatie header kan samenstellen.
...
De header die je hier hebt toegevoegd zal standaard aan elk request verzoek van dit type applicatie toegevoegd worden.
...