Info |
---|
Dit gedeelte dient geldt voor alle typen applicaties waarbij metadata is vastgelegd. Dit kan zijn door de gebruiker zelf, of door het gebruikmaken van een voorgedefinieerde applicatie. |
...
Aan de linkerkant van het scherm staan de velden uit de geselecteerde dataset, aan de rechterkant staan de velden die door de betreffende API gespecifieerd zijn. Ook hier kan je met de muis over de velden aan de rechterkant hoveren om extra informatie te zien:
...
Samenstellen body
Er zijn twee manieren om de body samen te stellen. De eerste is om zelf lijnen te trekken tussen de velden uit je dataset en de velden vanuit de API. De tweede manier is om een body te definiëren in de body van het HTTP verzoek.
Om dit te doen, selecteer het tabje ‘Body’ van het HTTP verzoek.
...
Vervolgens kan je hier een waarde of berekening invoeren met je body. Wanneer er een in de waarde of berekening een waarde ingevuld is zal de tree verdwijnen waar je lijnen kan trekken. Vanaf dat moment zal de body op het HTTP verzoek gebruikt worden. Je ziet dan ook een melding dat de body van het HTTP verzoek gebruikt wordt.
...
Als je weer lijnen wil trekken in de tree in plaats van de body van het HTTP verzoek te gebruiken, verwijder dan de body van het HTTP verzoek. Wanneer zowel de expressie als de waarde van de body op het HTTP verzoek geleegd zijn zal de tree weer verschijnen, en wordt die gebruikt als body.
In- en uitvoer
Soort | Type | Omschrijving |
---|---|---|
Invoer | Applicatie | Applicatie waar het verzoek naartoe verstuurd wordt. |
Uitvoer | Dataset (resultaat succesvol) | Dataset met per uitgevoerde geslaagde regel het resultaat. |
Uitvoer | Dataset (resultaat foutief) | Dataset met per uitgevoerde geslaagde regel het resultaat. |