Met dit component kan je een bestand versturen naar een FTP server.
Info |
---|
Het bestand dient aangeleverd te worden als een base64 string. |
...
Resultaat vorig component. Hier selecteer je een eerdere dataset die het bestand bevat (als base64 string), de bestandslocatie (eventueel ook handmatig te selecteren), en de bestandsnaam.
...
FTP. Hier selecteer je de FTP waar je het bestand naar wil versturen.
...
Kolom uit de geselecteerde dataset bij (1) die een base64 string bevat.
...
Kolom uit de dataset die de bestandslocatie (exclusief bestandsnaam) bevat. Je hebt hier ook de mogelijkheid om zelf een locatie op de FTP te selecteren, zie hiervoor (5).
...
Handmatig een locatie selecteren. Klik op het mapje om de file explorer te openen, hier kan je vervolgens een map selecteren.
...
Kolom uit de dataset die de bestandsnaam bevat.
...
Selecteer eerst naar welke FTP applicatie het bestand verstuurd moet worden.
Selecteer het bestand verstuurd moet worden.
Selecteer uit dataset.
Selecteer handmatig.
Selecteer uit dataset (3)
Met deze optie worden de bestandslocatie en bestandsnaam uit een bestaande dataset gehaald.
...
Geef de dataset op waarin de kolommen voor bestandslocatie en bestandsnaam zich bevinden.
Selecteer de kolom waar de bestandslocatie in staat.
Selecteer de kolom waar de bestandsnaam in staat.
Geef de bestandsextensie op.
Info |
---|
Van punt 2, 3, en 4 is slechts één veld verplicht. Het is mogelijk om in de dataset één kolom te hebben met zowel de bestandslocatie, bestandsnaam en bestandsextensie (bijvoorbeeld map1/map2/bestand.xlsx). In dat geval hoeft slechts één van de kolommen gevuld te worden. Het is ook mogelijk om aparte kolommen te hebben voor de bestandslocatie en de bestandsnaam. In dat geval koppel je de kolommen die van toepassing zijn. De velden voor bestandslocatie, bestandsnaam en extensie worden aan elkaar geplakt. Let er goed op dat er geen onderdelen dubbel in zitten. De uiteindelijke locatie + naam zie je onderaan het bouwblok |
...
Selecteer handmatig (4)
...
Geef de bestandslocatie op. Hier kan je zowel hard de locatie opgeven als de bestandsverkenner gebruiken. Deze open je door op het mapje aan het einde van de regel te klikken. Vervolgens opent de bestandsverkenner, hier kan je door mappen navigeren en een locatie selecteren.
Geef de bestandsnaam op. Dit mag een combinatie van bestandsnaam + extensie zijn, maar dit hoeft niet.
Geef de bestandsextensie op. Als je in een van de velden hierboven al je bestandsextensie hebt toegevoegd mag dit veld leeg blijven.
Info |
---|
Ook hier worden de velden voor bestandslocatie, bestandsnaam en extensie aan elkaar geplakt. Let er goed op dat er geen onderdelen dubbel in zitten. De uiteindelijke locatie + naam zie je onderaan het bouwblok |
...
In- en uitvoer
Soort | Type | Omschrijving |
---|---|---|
Invoer | Applicatie | FTP applicatie waar het bestand op gezet wordt. |
Invoer | Bestand | Resultaat van een eerder bouwblok dat een bestand opgeleverd heeft. |
Invoer (alleen bij selectie uit dataset) | Dataset | Dataset die kolommen voor bestandslocatie en bestandsnaam bevatten. |
Invoer (alleen bij selectie uit dataset) | Kolom uit dataset | Kolom met de bestandslocatie. |
Invoer (alleen bij selectie uit dataset) | Kolom uit dataset | Kolom met de bestandsnaam. |