...
In het instellingen gedeelte staat het output formaat, hier kunnne kunnen de volgende opties aangegeven worden:
Bestandsnaam
...
Hier kan, eventueel dynamisch o.b.v. een script, een naam voor het output bestand wordem worden opgegeven. Je kunt bijbvoorbeeld bijvoorbeeld per maamnd maand een bestand aanmaken met iedere maand een andere naam (bv. 202101.csv). Let wel op dat je hier alleen de bestandsnaam opgeeft en niet de extensie. Dus bijvoorbeeld:
Code Block | ||
---|---|---|
| ||
(System.DateTime.Year*100)+System.DateTime.Month |
Het is ook mogelijk om de bestandsnaam in de dataset te bepalen (bijvoorbeeld om afhankelijk van een validatie van de dataset het resultaat naar een error bestand te exporteren). Let wel: Alle regels uit de dataset worden naar 1 en hetzelfde bestand geëxporteerd, dus per regel een bestandsnaam bepalen heeft geen effect. Dus bijvoorbeeld:
Code Block |
---|
def GetFieldIDByName(datatable,fieldName):
for col in datatable.Columns:
if col.Caption == fieldName:
return col.ColumnName
ColumnID_Bestandsnaam = GetFieldIDByName(dataset, 'Bestandsnaam')
if (dataset.Rows.Count>0):
filename = dataset.Rows[0][ColumnID_Bestandsnaam]
else:
filename = None
filename |
Tekenset
Hier kan worden opgegeven wat de tekenset is. In het Engels heet dit encoding. Online kan door te zoeken hier meer over gevonden worden.
...
Tekstindicator: Wanneer er in kolommen data bijvoorbeeld komma’s zitten en het schediingsteken scheidingsteken is ook een komma, kan bijvoorbeeld “ worden gebruikt als indicator. Dit zorgt voor “ aan het begin van de kolom waarde en een “ aan het einde van de kolomwaarde.
...
In dit gedeelte kan de naam van de kolom (in het output betsandbestand) worden opgegeven.
Ook kan worden aangegeven met een vinkje of de kolom in de output mee moet.
...
Bij de bestemming kan een FTP server of mail gekozen worden. Voor beide opties geldt dat deze is aangemaakt moeten worden.
FTP server
Door in de lijst een FTP server te selecteren, komt een lijst met mappen tevoorschijn. Door op de plus naast de map te klikken, wordt de map geslecteerd. Hier wordt de output naar toe geschreven.
...
Door op de geslecteerde map te kiezen voor het potloodje, komen de optie voor de FTP beschikbaar
...
Pad: Het pad is het pad waarop het bestand(en) worden weggeschreven
Pad formule: Indien je dynamisch een pad wilt kiezen. Bijvoorbeeld de periode, kan dit hier op gegeven worden. Let wel, dit zorgt er voor dat de formule gebruikt wordt, en niet de Pad optie zoals hier boven. Zie hieronde reen voorbeeld hoe je het in een jar folder wegschrijft.
Code Block | ||
---|---|---|
| ||
'/' + System.DateTime.Year.ToString() |
Data toeveogen aan bestand: In dit geval wordt een bestaand bestand niet overschreven of aangemaakt, de data (regels) worden extra aan het bestaande bestand toegeveoegd.
Opties
...
Zie Bestemming Email
Opties
...
Gebruiken voor test doeleinden (niet live)
Koppeling inactief
Uiteraard zijn de meeste koppelingen actief. Echter kan het soms handig zijn om (tijdelijk) een koppeling uit te schakelen. Door een koppeling op inactief te zetten, zal deze niet meer uitgevoerd kunnen worden. Dit betekent dat deze o.a. niet wordt uitgevoerd vanuit een groep, schema of loop.Versie bibliotheek berekeningen
In de schermen waar berekeningen kunnen worden gemaakt, zoals de berekende kolommen bij de dataset, wordt gebruik gemaakt van voorgedefiniëerde functies. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Excel functies die de U-turn ondersteund. In de U-turn komen er regelmatig nieuwe functies bij, of worden functies een beetje aangepast. Dit zorgt voor een nieuwe versie van deze zogenaamde bibliotheek. Iedere nieuwe U-turn wordt aangemaakt met de laatste versie van de bibliotheek. Oudere U-turns kunnen een oudere versie hebben. Deze blijft echter gewoon werken.