Het is ook mogelijk om een externe service aan te roepen door middel van een HTTP request. Selecteer hiervoor de optie GetHttpRequest in het linker paneel.
Voer hier als eerste stap een logische en beschrijvende naam in voor de request, waaruit het duidelijk wordt welke data er wordt opgehaald. Vervolgens geef je aan wat de methode voor de request is. Dit kan GET, POST of PUT zijn.
In het URL veld voer je de url in voor de request dat je uit wil voeren. Wanneer je op het invoerveld voor de url klikt opent een popup, hier kan je tussen quotes (““) de url voor je request invoeren.
Een voorbeeld van een url is als volgt:
"https://mocki.io/v1/users"
In de volgende stap kan je headers toevoegen aan je request. Vaak heeft een request een vorm van authorization nodig, deze headers kan je hier invoeren. Wanneer je op de velden voor Key of Value klikt zal er een popup openen waar de waarde ingevuld kan worden. Ook hier dient de waarde tussen quotes ingevuld te worden.
Een voorbeeld van headers:
Key
"Authorization"
Value
"bearer sasdfasdfasdfasdfasdfasdfasdfasdfasdfasdfasdfasdf"
Het is ook mogelijk om de waarde uit een parameter, bijvoorbeeld voor een bearer token, toe te voegen aan je header. Vb: een parameter met de naam ‘BearerToken’ is aangemaakt en gevuld, dan is deze op de volgende manier te gebruiken in je header:
"bearer " + Parameter!BearerToken.Value
Note: als je in een invoerveld de naam van een parameter begint te typen, zal er automatisch gezocht worden of de parameter bestaat. Als de parameter bestaat zal deze tevoorschijn komen als suggestie, druk op Tab op je toetsenbord om de voorgestelde parameter te selecteren.
Daarnaast kan je nog een body of een JSON schema toevoegen aan je request.
In alle invoervelden is het ook mogelijk om waarden uit parameters te gebruiken. Hierdoor kan je bijvoorbeeld een url of toegangstoken in de paramters specificeren, zodat je op meerdere plekken makkelijk kan wisselen.
Als je de request helemaal opgebouwd hebt klik je op ‘Toevoegen’. Als alles correct is zal de request verschijnen in het rechter paneel. Ook hier kan je weer de data downloaden om te controleren of alles goed is gegaan. Als er een fout optreedt zal de request niet in het rechter paneel verschijnen. Dit is het teken dat er iets nog niet goed gaat in de request.
Soap request
Het is ook mogelijk om een SOAP request uit te voeren. Hiervoor kies je bij het veld ResultType voor SOAP/XML.
Selecteer POST als methode voor de request. Voer in het veld URL de url in waar naartoe je je request wil uitvoeren. Let erop dat je de waarde van de url tussen quotes zet.
Voor de body voer je de body in die je mee wil sturen met je request. Het is belangrijk dat je je body als variabele definieert. Dit doe je op de volgende manier:
var = "<soapenv:Envelope xmlns:soapenv='http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/' xmlns:hol='http://www.holidaywebservice.com/HolidayService_v2/'> <soapenv:Header/> <soapenv:Body> <hol:GetCountriesAvailable/> <Filter> <mil:continent></mil:continent> </Filter> </soapenv:Body> </soapenv:Envelope>" var
Je begint de body met var = ““. Tussen de quotes komt de body van je request te staan. Let op dat in de body ook quotes kunnen voorkomen, bijvoorbeeld bij een url. Zorg ervoor dat de quotes in je body niet dezelfde quotes zijn als de quotes die om je body heen staan. Als er rondom de body dubbele quotes (“ “) gebruikt worden, gebruik dan in je body enkele quotes (' '). Omgekeerd geldt hetzelfde, gebruik dubbele quotes in de body als er rondom de body enkele quotes gebruikt worden.
De headers kan je op dezelfde manier toevoegen als bij een normaal request.
Als je een body mee wil sturen dien je ook de regel ‘XML Selecteer path’ in te vullen. Hiervoor geldt meestal de waarde:
"{http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/}Body"
Het hangt van je verwachte response af wat je voor XML Selecteer path in moet vullen. In principe geef je aan vanaf welke node je het resultaat terug wil krijgen. Meestal zit binnen je Body de content die je daadwerkelijk op wil halen, door dus pas vanaf Body de content op te halen krijg je niet een hoop onnodige content mee. Let erop dat je de quotes om de waarde ook invoert in het invoerveld.
Er is ook nog de mogelijkheid om een XML onderdeel te verwijderen, ook dit is om onnodige content uit te filteren. Een voorbeeld hiervan is om bijvoorbeeld een schema uit je respons te filteren. Dit kan je invullen bij het invulveld ‘XML verwijder onderdeel’.
Als je de request helemaal opgebouwd hebt klik je op ‘Toevoegen’. Als alles correct is zal de request verschijnen in het rechter paneel. Ook hier kan je weer de data downloaden om te controleren of alles goed is gegaan. Als er een fout optreedt zal de request niet in het rechter paneel verschijnen. Dit is het teken dat er iets nog niet goed gaat in de request.