Versturen applicatie met metadata

Dit gedeelte geldt voor alle typen applicaties waarbij metadata is vastgelegd. Dit kan zijn door de gebruiker zelf, of door het gebruikmaken van een voorgedefinieerde applicatie.

Versturen applicatie met metadata

Wanneer er bij een applicatie metadata is vastgelegd wordt het versturen van data een stuk makkelijker. Wanneer je een applicatie geselecteerd (1) hebt verschijnen de endpoints die vanuit de metadata opgehaald zijn (2). Wanneer hier een endpoint geselecteerd wordt wordt de rest van de informatie automatisch voor je aangevuld (3).

Wanneer dit gedaan is is het koppelen verder hetzelfde als het koppelen naar Afas of andere typen applicaties. Je selecteert de hoofdregels (regels die je wil versturen), en selecteerd eventueel op andere nodes een andere dataset als dat gewenst is. Wanneer er op een lager niveau een andere dataset gekozen is zal een extra knop verschijnen om een relatie te leggen tussen de datasets. Vervolgens trek je lijntjes tussen de juiste velden om deze aan elkaar te koppelen.

Aan de linkerkant van het scherm staan de velden uit de geselecteerde dataset, aan de rechterkant staan de velden die door de betreffende API gespecifieerd zijn. Ook hier kan je met de muis over de velden aan de rechterkant hoveren om extra informatie te zien: